Nadat je aan het einde van je maand al je vaste lasten hebt betaald, houd je (hopelijk!) nog wat geld over. Een paar tientjes, honderd euro of misschien zelfs wel een paar honderd euro. Wat doe je dan met dat geld? Zet je het op je spaarrekening? Ga je dat bedrag beleggen? Of kies je voor een combinatie van beide?
In dit blogartikel leg ik je de belangrijkste verschillen tussen sparen en beleggen uit, deel ik de voor- en nadelen én ontdek je wat het slimste is om te doen in jouw situatie.
Sparen en beleggen: de belangrijkste overeenkomsten en verschillen
Rendement
Met zowel sparen als beleggen kan je rendement behalen. Dat betekent dat je geld meer waard kan worden. Het rendement dat je de afgelopen jaren met sparen behaalde, was niet bepaald hoog. Sterker nog: als je ‘pech’ had en veel spaargeld had, moest je in sommige gevallen zelfs betalen om je spaargeld bij een bank te stallen.
Inmiddels ziet sparen er weer iets rooskleuriger uit, want de spaarrente stijgt. Op het moment van schrijven krijg je bij veel grote banken al 1,25% rente op je spaargeld. Bij bunq ontvang je zelfs 2,46% rente per jaar over je spaargeld. Een enorm verschil met een jaar geleden, toen je misschien 0,05% rente kreeg op je spaargeld. Sparen in het buitenland levert over het algemeen meer rente op. Daarom zijn wij, Dionne en Nicole, in 2024 begonnen met sparen in het buitenland via Raisin.
Het lage rendement dat je met je spaargeld kon behalen én de extreme inflatie, was voor veel mensen de afgelopen jaren dan ook de reden om te beginnen met beleggen. Want, met beleggen kán je een hoger rendement halen. Ik zeg bewust ‘kán’, want dat rendement is niet gegarandeerd. Met beleggen kan je ook geld verliezen. Terwijl het rendement dat je op je spaargeld krijgt gegarandeerd is, is het rendement met beleggen allesbehalve gegarandeerd. Je kán 70% rendement maken in een jaar, maar je kán ook 70% (of zelfs 100%!) van je inleg verliezen.
Zowel met sparen als beleggen kán je dus rendement behalen. Bij sparen is het rendement gegarandeerd (alhoewel een bank wel periodiek de spaarrentes kan verhogen en verlagen), terwijl het rendement bij beleggen in principe nooit gegarandeerd is.
Wel is het zo dat je met beleggen in principe een hoger rendement kan behalen dan met sparen. Rendementen van 70% met beleggen zijn zeker mogelijk, terwijl dat bij sparen eigenlijk vrijwel nooit voorkomt.
Risico
Een ander belangrijk verschil tussen beleggen en sparen, is dan ook het risico dat je loopt. Sparen is een manier om vermogen op te bouwen met een laag risico. Je loopt weinig kans op (grote) verliezen, maar daarbij hoort ook dat de kans op een hoog rendement, kleiner is.
Sparen is extra risico-arm omdat alle banken in Nederland onder het depositogarantiestelstel vallen. Dat betekent dat je spaargeld tot €100.000,- altijd veilig is. Ook als een bank failliet gaat, krijg je je spaargeld tot een bedrag van €100.000,- altijd terug.
Met beleggen loop je een hoger risico. Je loopt een grotere kans op (grote) verliezen, maar hebt ook een grotere kans op hoge rendementen. Je inleg is lang niet altijd beschermd door het depositogarantiestelsel. Je kan bij beleggen een deel van je inleg verliezen of zelfs je hele inleg verliezen, als een bedrijf waarin je hebt belegd, bijvoorbeeld failliet gaat.
Of sparen of beleggen (of een combi van beide) de beste keuze voor jou is, is dan ook afhankelijk van:
- Het risico dat je bereid bent om te lopen
- Je doel en de termijn waarop je dat doel wil/moet behalen
Wanneer kies je voor sparen?
Als je het niet prettig vindt om veel risico te lopen, maar tóch rendement wil behalen op het geld dat je overhoudt én je geld op redelijk korte termijn weer nodig hebt, is sparen waarschijnlijk de slimste optie. Elke euro die jij op je spaarrekening zet, blijft van jou.
Je weet nu dat sparen een manier is om vermogen op te bouwen met een laag risico, doordat de kans dat je verlies maakt, eigenlijk 0 is. Bovendien is je spaargeld tot €100.000,- altijd beschermd als je dat stalt bij een Nederlandse bank die onder het depositogarantiestelsel valt.
Als je op redelijk korte termijn (binnen nu en een jaar of 5) het geld nodig hebt, bijvoorbeeld om een huis te kopen, op wereldreis te gaan of een verbouwing te bekostigen, dan is het vaak het slimst om te sparen. Als je voor zo’n korte termijn je geld besluit te beleggen, is de kans groter dat je het met verlies moet terughalen, omdat de waarde van beleggingen nogal kan schommelen. En dat wil je natuurlijk niet!
Doordat de spaarrente het afgelopen jaar flink is gestegen, levert sparen je tegenwoordig een prima rendement op. Bij bunq (waar Dionne en ik allebei ons spaargeld stallen) krijg je nu 2,46% rente per jaar over je spaargeld en krijg je de rente maandelijks uitgekeerd.
Je zou ook eens kunnen kijken naar depositosparen. Je zet je geld dan voor een iets langere tijd vast (dat kan al vanaf 3 maanden, maar ook voor 1 jaar of 5 jaar) en krijgt in ruil daarvoor een hogere rente op je spaargeld. Depositosparen kan in Nederland, maar ook in het buitenland via Raisin. Daar is de rente over het algemeen een stuk hoger.
Wanneer kies je voor beleggen?
Als je je geld voorlopig nog niet nodig hebt en wel een overwogen risico durft te nemen, is beleggen voor jou waarschijnlijk een interessantere optie.
Je zou kunnen zeggen: hoe langer het duurt voordat je je geld weer nodig hebt, hoe slimmer het is om je geld te beleggen. Uit verschillende onderzoeken blijkt namelijk dat, hoe langer je je geld belegt en laat renderen, hoe kleiner de kans is op verlies.
Volgens ASN Bank ligt het omslagpunt rond de 3 jaar. Heb je je geld pas over 3 jaar nodig? Dan is de kans groter dat je meer rendement behaalt door dat geld te beleggen, dan door dat te sparen.
Het is natuurlijk wel helemaal afhankelijk van het beleggingsproduct waar je voor kiest, want ook beleggingsproducten hebben onderling grote verschillen qua risico en verwachte rendementen/verliezen. Het kan ook heel goed dat je na 3 jaar 70% verlies hebt gemaakt op je belegde geld, terwijl de waarde van je spaargeld elk jaar met 2% is gegroeid.
Wanneer kies je voor sparen én beleggen?
Het goede nieuws is: je hoeft niet voor sparen óf beleggen te kiezen. Want je kan ook voor beide kiezen. Dat is wat Dionne en ik doen, in ieder geval. Want vrijwel iedereen heeft wel doelen en wensen voor de korte termijn (bijvoorbeeld een vakantie, een nieuwe stofzuiger of uit eten bij een sterrenrestaurant) maar ook op de lange termijn (bijvoorbeeld een vakantiehuisje kopen, eerder met pensioen of de studie van je kinderen betalen).
Sparen en beleggen: hoe pakken wij dat aan?
Daarom kiezen Dionne en ik voor een combinatie sparen én beleggen. Elke maand storten we een bedrag op onze spaarrekeningen bij bunq en doen we ook allebei aan deposito sparen bij LeasePlanBank voor de iets langere termijn.
Daarnaast beleggen we ook elke maand een bedrag bij verschillende partijen. Zo beleg ik, Nicole, bijvoorbeeld in ETF’s bij DEGIRO en indexfondsen bij Meesman. Daar leg ik elke maand een paar honderd euro in.
Dionne belegt maandelijks geld in beleggingsfondsen bij ABN AMRO en indexfondsen bij Brand New Day. Ook daar legt zij elke maand weer geld in met als doel het behalen van een mooi rendement op de langere termijn.
Hopelijk heeft de informatie uit dit artikel je geholpen om een weloverwogen keuze te maken voor het geld dat je maandelijks overhoudt. De afgelopen maanden hebben we al veel info gedeeld over sparen en de komende maanden gaan we helemaal los op het gebied van beleggen. Check onze blogs over sparen en blogs over beleggen voor meer informatie!
Disclaimer: wij zijn geen financieel adviseurs. Dit artikel bevat dan ook geen advies, maar is geschreven op basis van eigen ervaring en inzichten. Dit artikel bevat affiliate links. Als je op een link klikt en/of een aankoop doet/account aanmaakt, ontvangen wij daar commissie over. Jou kost het niets extra.